van week tot week


van week tot week 1.0

op een wijze of volgens een tijdschema of tempo waarbij telkens een periode centraal staat, die loopt van de ene week tot de volgende; met de nadruk meer op het aspect van de continuïteit: de ene week telkens na de andere zonder onderbreking of uitzondering

Algemene voorbeelden


Een mooi ivoren kistje met papieren, onder andere een schrift waarin mijn vader tot een jaar na mijn geboorte van week tot week mijn gewicht had genoteerd, mijn inentingen, de opmerking 'dat wordt me d'r eentje' van de huisarts naar aanleiding van mijn harde schreeuwen.

Het schot, Hilbert Kuik,

Het kamertje zag uit op de tuin, waar het onkruid van week tot week hoger opschoot, en op de vervallen volière en de gelukkige katten die zich in die wildernis thuis gevoelden.

Op toernee met Leopold Sondag, Ward Ruyslinck,

van week tot week 2.0

iedere week afzonderlijk, zonder verdere verwachtingen of plannen

Algemene voorbeelden


Het dekenaat kan, met behulp van haar dienstverleners, de parochies helpen om op de lange termijn te blijven denken. Het basispastoraat is toch hollen, hollen, hollen, er wordt veel van week tot week gedacht. Ik ken dat uit ervaring hoor, het is geen verwijt. Net als je over je beleid zit na te denken gaat de telefoon omdat er iemand gestorven is. Je krijgt aan de basis gewoon de kans niet om ver vooruit te kijken. Het dekenaat kan dat wel.

http://web.inter.nl.net/users/dekenaatsalland/navolging/2600/interview.html,